Elffers, Cornelis (1898-1987)

0
2611

Architect Cornelis (Kees) Elffers (1898-1987) kwam uit een Rotterdams gezin met 11 kinderen. Zijn jongere broer Dick (1910 – 1990) was erg succesvol als beeldend kunstenaar, zijn zus Jo Elffers (1908-1993) was werkzaam als interieurarchitecte.

Opleiding

Kees Elffers ging naar de lagere technische school (ambachtsschool). Op zijn zestiende werkte hij als timmerman terwijl hij een zesjarige avondopleiding volgde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Hij kreeg les van o.a. ir. M.A.C. Meischke en J.C. Meischke.

Daarna werkte hij tijdens zijn studie o.a. als bouwkundig tekenaar en opzichter en hij was drie jaar in dienst bij architect Michiel Brinkman. Hier werkte hij het woningcomplex in Spangen en een woonhuis aan de Kralingse Plaslaan in Rotterdam. Na het beëindigen van 22 maanden dienstplicht zat hij in 1922 één jaar op een dagcursus architectuurstudie. Door de enorm gevarieerde opleidingen en opgedane werkervaringen beheerste hij op 25-jarige leeftijd diverse aspecten van het bouwen. Met deze solide basis vestigde hij zich in 1923 als zelfstandig architect.

Vooroorlogse ontwerpen

In 1924 trouwde Cornelis Elffers met Susanna Elizabeth Hartman (1895-1962). Ze kregen twee kinderen. In de beginperiode ontwerpt Elffers voornamelijk landhuizen waaraan in 1928 een eerste artikel gewijd werd in Het Bouwbedrijf. De eerste grote opdracht kreeg hij in 1927-28 van de Schop’s Vleeschwarenfabriek met de bouw van een nieuwe fabriek in Rotterdam. Naast een studie van het bedrijf verdiepte Elffers zich bij deze opdracht ook in de productie van worsten, hij ondernam zelfs een studiereis naar Zweden om de opdracht perfect te kunnen uitvoeren. Het kantoorgebouw Insulinde aan de Korte Vijverberg te Den Haag was ook een belangrijke opdracht. In 1938 kreeg hij via een besloten prijsvraag opdracht tot de bouw van de Sikkens’ Lakfabrieken in Sassenheim. Ook bij deze opdracht verdiepte Elffers zich uitvoerig in het productieproces waardoor hij de opdracht wint.

Wederopbouw Rotterdam

Tijdens en na de oorlog was architect Cornelis Elffers ook zeer nauw betrokken bij de wederopbouw van Rotterdam. Hij zat in de architectencommissie die advies gaf omtrent de architecturale aspecten van de wederopbouw. Het te herbouwen centrum van Rotterdam werd opgedeeld in 13 wijken, elk met een eigen supervisor die de esthetische vormgeving binnen zijn rayon moest bevorderen. In de hoogste klasse architecten werd Elffers opgenomen naast Granpré Molière, Kraayvanger, J.J.P. Oud, Van Ravensteyn, Van der Steur, Verhagen en De Vries.

Nederlandse Handelsmaatschappij - Blaak 34
De Nederlandse Handelsmaatschappij

In de oorlogsjaren werkte Elffers samen met architect A. A. van Nieuwenhuyzen aan de Nationale Levensverzekeringbank (1942-1949) aan de Schiekade, de Nederlandse Handelmaatschappij (1942-1949) Blaak 34 en Emporium in Rotterdam. Deze opdrachten waren in eerste instantie gegund aan van Nieuwenhuysen maar omdat deze het erg druk had, trok hij Elffers aan voor deze opdrachten. Uiteindelijk waren deze gebouwen bijna volledig aan Elffers toe te schrijven.

Hiernaast ontwerpt hij in de oorlog: Drie pakhuizen voor Kochs tabakshandel (1944-1948) in historische trant aan de Wijnhaven en de Machinistenschool (1943-1949), tegenwoordig restaurant De Machinist aan de Willem Buytewechstraat.

De Machinist Delfshaven
De Machinist – C. Elffers 1949

Shakehands architectuur

De Tweede Wereldoorlog zorgde, zoals bij vele andere architecten, voor een definitieve ommezwaai in zijn oeuvre. Tot in de WOII werkte Elffers vooral in de heersende trend van Art Deco en de stijl van de Amsterdamse School en waren zijn gebouwen in baksteen gebouwd. Na de oorlog kiest Kees Elffers eerst nog voor de shakehands architectuur, een samenvoeging van het moderne beton en de traditionele baksteen. Dit gaat over in een functionele stijl, met een veelal zichtbaar betonskelet waarin uitgekiende maatverhoudingen en rechte vlakken de hoofdrol vertolkten. 

Ontwerp Bazar en Theater Rotterdam

Een goed voorbeeld van de shakehands stijl van Elffers zijn de gebouwen voor het Leger des Heils (1946-1948) tegenwoordig Theater Rotterdam aan de Willem Boothlaan 8 en het naastgelegen kantoorgebouw Blikman (1948-1950), tegenwoordig Bazar op de hoek van de Witte de Withstraat. Het is modern in opzet door het gebruik van gewapend beton voor de draagconstructie en de daardoor gecreëerde vrije plattegrond- en gevelindeling. Maar de decoratieve bakstenen invulling en de klassieke hoofdopzet zijn traditioneel.

Bazar en Theater Rotterdam (1951) aan de Witte de Withstraat – William Boothlaan

Functionele ontwerpen

Functionele ontwerpen zijn het gebouw voor de Imperial Chemical Industries ICI (1949-1952) op de hoek van de Wijnhaven, Ruteck’s Lunchroom aan het Stadhuisplein (1954-1957) en de Slavenburg’s bank aan de Coolsingel (1955-1958). De kroon op zijn werk was de Economische Hogeschool Rotterdam i.s.m. A. van der Heijden (1962-1970).

Erasmus Universiteit luchtfoto

Elffers treedt in 1972 uit het bureau, dat daarna verdergaat onder de naam Elffers Partners. Hij verhuist met zijn tweede echtgenote naar een zelf ontworpen woning in een villawijk in het bos in Epe. Cornelis Elffers   overleed op 89 jarige leeftijd op 21 december 1987 en werd begraven op het kerkhof van Epe.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in