Een overzicht van de belangrijkste bouwstijlen – architectuurstijlen die in Rotterdam zijn terug te vinden.
Hollands classicisme
tijdsperiode: 1620 – 1700
kenmerken: gebruik van bouwelementen uit de klassieke oudheid zoals pilasters (platte zuilen die op de gevelwand geplakt lijkt)
voorbeelden: Schielandshuis
Neo Classicisme
tijdsperiode: 1770 – 1870
kenmerken: Architectuurstijl in een periode waarin men terug verlangde naar de ideale schoonheid van de klassieke Romeinse en Griekse architectuur. Blok vormige gebouwen, gebruik van grote losse zuilen en gepleisterde natuurstenen gevels.
voorbeelden: Parklaan 15 Villa Welgelegen
Neo Renaissance stijl
tijdsperiode: 1870 – 1915
kenmerken: terug grijpen op Hollandse bouwstijl uit de 17e eeuw. Zeer populaire bouwstijl in Nederland waarbij Oud-Hollandse voorbeelden zoals trapgevels, speklagen, blokken en kruiskozijnen zijn gebruikt.
voorbeelden:
Art Nouveau / Jugendstil
tijdsperiode: 1890 – 1910
kenmerken: sierlijke, gebogen lijnen geïnspireerd op de natuur, figuratieve tegeltableaus, gietijzer
voorbeelden: Het Witte Huis, clubgebouw De Maas
De Stijl
tijdsperiode: 1915 – 1935
kenmerken: rechte lijnen en hoeken, drie primaire kleuren rood, geel, blauw en drie niet primaire kleuren; wit, zwart, grijs.
voorbeelden: De Unie
Art Deco
tijdsperiode: 1920 – 1935
kenmerken: decoratieve vormgeving en toepassing van ornamenten
voorbeelden: Atlantic-huis
Modernisme – Het Nieuwe Bouwen
tijdsperiode: 1920 – 1960
kenmerken: gebruikte materialen zijn staal, glas en beton, uiterlijke kenmerken zijn platte daken, witgepleisterde gevels zonder ornamenten en licht, lucht en ruimte zijn zeer belangrijk. Less in more.
voorbeelden: Van Nellefabriek, Sonneveld huis
Traditionalisme – Delftseschool
tijdsperiode: 1930 – 1960
kenmerken: Architectuurstijl die de terug grijpt naar historische bouwtradities, gebruik van bakstenen en hellende daken.
voorbeelden: Tuindorp Vreewijk
Shake-hands architectuur
tijdsperiode: 1940 – 1965
kenmerken: Architectuurstijl die de traditionalisme en het modernisme met elkaar verbind. Het ‘huwelijk’ van baksteen en beton.
voorbeelden: Industriegebouw Goudsesingel
Structuralisme – kleinschaligheid
tijdsperiode: 1965 – 1985
kenmerken: gebouwen zijn opgebouwd uit een aantal, veel dezelfde kleine eenheden, met de kleinste eenheid de menselijke maat heeft.
voorbeelden: Kubuswoningen, Hofdijk
High-tech
tijdsperiode: 1965 – heden
kenmerken: eigentijdse technieken en materialen, benadrukken van de constructie en installaties aan de buitenzijde van de gebouwen, gebruikt gemaakt van prefab, voor gefabriceerde, elementen.
voorbeelden: Bibliotheek
Neo Rationalisme
tijdsperiode: 1980 – 1990
kenmerken: verstandelijk beredeneerde ontwerpen, gebruik van geometrsiche vormen, zoals circel, vierkant en driehoek.
voorbeelden: Willemswerf, Delftse Poort
Neomodernisme
tijdsperiode: 1985 – 2005
kenmerken: teruggrijpen op de vormentaal van Het Nieuwe Bouwen, platte daken, horizontale raamstroken, gestucte gevels.
voorbeelden: Gedempte Zalmhaven
Postmodernisme
tijdsperiode: 1980 – heden
kenmerken: architectonische vrijheid tegen strenge stijlregel en kilheid van het (neo)modernisme. Less is a bore. Klassieke elementen gecombineerd met moderne fragmenten
Deconstructivisme
tijdsperiode: 1990 – 2000
kenmerken: chaotisch ogende architectuur, afzonderlijke gebouwdelen lijken een onsamenhangend geheel, disharmonische kleur- en materiaalcomposities.
voorbeelden: De Kunsthal
Supermodernisme – Super Dutch
tijdsperiode: 1995 – heden
kenmerken: vervolg, perfectionering van de modernistische architectuur. Neutrale gebouwen, minimalistische rechthoekige vormen, semi-transparante doorschijnende gevel.
voorbeelden: De Rotterdam
Neotraditionalisme – hedendaags traditionalisme
tijdsperiode: 1995 – heden
kenmerken: retro architectuur, hedendaags traditionalisme, gebruikte materialen met name baksteen. Neotraditionalisme is onderdeel van de postmodernistische stijl.
voorbeelden: De Compagnie